maandag 30 november 2009

21 daagse rondreis in Vietnam - Dag 8

Vandaag zijn we net een week van huis weg maar dank zij het internet voel ik me nooit ver van huis. Ik volg via VRT teletekst en de Vlaamse kranten het nieuws in België op de voet. Met de iPhone luister ik regelmatig naar het nieuws op Radio 1 en mijn mails check ik verschillende keren per dag. Sommigen zullen zeggen dat je op die manier nooit echt weg bent van je dagelijkse sleur maar ik zou mij eerder gespannen dan ontspannen voelen zonder ook maar enige informatie over wat er in de wereld gebeurt. Wellicht is mijn band met mijn moederland groter dan ik zelf vermoed of eigenlijk zal willen toegeven. Misschien behoor ik wel tot die groep mensen die door de telecom bedrijven zo zijn gebrainwashed met het idee dat een leven zonder actueel nieuws geen leven is. Ik wijt het echter aan mijn gezonde nieuwsgierigheid (letterlijk) en mijn capaciteit om snel veel informatie te absorberen en te verwerken. Dit creëert immers constant een honger naar meer informatie.

Maar genoeg over dat, even terug naar de orde van de dag. Kort na ons vertrek om 8 uur al een eerste fotostop gehouden in het vissersdorpje Mui Né. In de baai liggen wel honderden kleine en middelgrote vissersbootjes. Sommigen zijn niet meer dan een groot uitgevallen kano, anderen bieden toch iets meer zeewaardigheid voor vistochten op de Zuidchinese Zee. Vervolgens doorgereden naar de bekende zandduinen. Al van bij onze aankomst worden we bestormd door een bende jongetjes van rond de 10 jaar. Ze trekken onze deuren open en hun eerste woorden zijn “you slide?”. Ik had het niet onmiddellijk door maar elk had 1 of meerdere flexibele plastieken platen bij die ze verhuren om langs de steile hellingen naar beneden te glijden. Hen vertellen dat je niet geïnteresseerd was, hielp niet veel. De hele meute volgde ons op onze tocht door de duinen. Slim als ze zijn, proberen ze onmiddellijk een band te kweken en starten de conversatie altijd met “Where you from?”. Toen ik “Belgium” antwoordde, klonk er direct een “aha” alsof hij precies wist waarover het ging. Ik vroeg hem of hij wist waar België lag maar ik kreeg zoals verwacht een negatief antwoord. Om de conversatie nog enigszins te redden, gooide hij het over een andere boeg: “What’s your name?”, vroeg hij. Mijn antwoord werd keurig herhaald. Boven op de top aangekomen, probeerde hij nogmaals zijn zelf gemaakte slede te verhuren maar ik bleef kordaat weigeren. Toen ik hem vroeg of hij niet op school moest zijn, kreeg ik een warrige uitleg waar ik eigenlijk niets van verstond. Ik vermoed dat hij wilde zeggen dat ze de maandagmorgen niet naar school moesten. Ze zijn ons gevolgd tot aan onze auto en ik moet toegeven dat hij wel mijn medelijden opwekte. Toch kon je duidelijk zien dat hij niet ondervoed was en er zeker niet ongezond uitzag. Met een beetje pijn in het hart namen we afscheid zonder hen iets te geven. Voor mij is dit eerder principieel maar ik geef toe dat ik het daar soms ook moeilijk mee heb.

Vandaag staat er weer een redelijk lange rit van 250 km of zoals onze chauffeur het “two hundred and a half” noemt op het programma. Je voelt duidelijk dat we een eind weg zijn van Ho Chi Minh City want het wordt alsmaar kalmer op de weg. Niet dat het daardoor minder gevaarlijk is, integendeel. De bromfietsen zien dit eerder als een vrijgeleide om helemaal in het midden van een rijvak te rijden en wijken geen cm uit naar rechts als je hen wil passeren, zelfs niet onder luid getoeter.


Op weg naar Nha Trang, even gestopt in Phan Rang om de Po Klong Garai Chamtempel te bezichtigen. Deze 13de eeuwse tempel bevat de meest indrukwekkende torens van Vietnam en is gewijd aan een 12de eeuwse Chamvorst (Po Klong) die indertijd een locaal irrigatiesysteem aanlegde voor de plaatselijke bevolking. Elk jaar tijdens het nieuwjaarsfestival draagt een stoet gelovigen zijn gewaden nog naar het tempelcomplex. In vergelijking met andere tempels zijn de bakstenen en de versieringen nog relatief goed bewaard. Boven de deur van de 21m hoge kalan met intact dak zit de tempelbewaker Po Klaun Tri, een dansende Shiva met 6 armen.

Dan opnieuw langs de Highway 1 doorgereden naar Nha Trang, onze eindbestemming van de dag. Nha Trang is de meest voorname badplaats van Vietnam en dat is er ook aan te zien. De splinternieuwe luchthaven bevindt zich op zo’n 34 km ten zuiden van de stad maar de weg ernaartoe kan bijna concurreren met onze kustbaan: een slingerende weg die door de duinen loopt met 2 rijvakken voor elke kant. Het beste stukje baan dat we hier al mochten berijden en ook uitzonderlijk voor Vietnam: we rijden er zo goed als alleen op. Onze chauffeur waagt zich zelfs enkele momenten aan een snelheid van 120 km/u waar de toegelaten maximum snelheid in Vietnam slechts 80 km/u is. Voor één keer moet ik toegeven dat de staat van het wegdek die snelheid ook toelaat, dit is anders niet het geval. Overal en zowel links als rechts zijn grote resorts in volle opbouw. Weldra wordt Vietnam een even populaire bestemming als Thailand, het is enkel een kwestie van enkele jaren...

Bij onze binnenkomst in het stadje vanuit de hogere duinen hebben we onmiddellijk zicht op de mooie baai met azuurblauw water en witte stranden. We werpen er een blik op het eiland Hon Tree of Bamboe Eiland. Op dit eiland werd enkele jaren geleden het Sofitel Vinpearl Resort en Spa gebouwd, het meest moderne en luxueuze resort van Vietnam. Het eiland is normaal enkel bereikbaar met, hoe kan het ook anders, veerbootjes maar sinds 2007 is daar ook een 3,3 km lange, en meteen ook ’s werelds langste over water, kabelbaan bijgekomen. Gebouwd met Russisch-Vietnamees kapitaal zorgt deze kabelbaan voor heel wat controverse want de 7 dragers van 55 tot 64 meter hoog laten het niet toe om eronder cruiseschepen te laten passeren. Zoals bij vele havens zorgt de aankomst van cruiseschepen voor het stimuleren van de lokale economie. Bij zware zee en hoog water is het risico echter te groot dat de schepen de kabels zouden raken en dit vinden de lokale handelaars niet leuk. Uit recent onderzoek blijkt dat de gulle schenker uit Rusland eveneens grote belangen heeft in het enige hotel van het eilandje, de Sofitel Vinpearl Resort en Spa en de premier van het land heeft een grootschalig onderzoek beloofd. Ondertussen varen er nog altijd geen cruiseschepen binnen in de haven van Nha Trang.


Na onze rit langs de boulevard met chique hotels en mooie zandstrand gaat onze weg naar de volgende Cham tempel, die van Po Nagar, gebouwd tussen de 7de en 12de eeuw. Vooraleer in the checken in het hotel eerst nog een stop aan de Long Son pagode. Het belangrijkste element is hier het grote beeld van de witte Boeddha, opgericht ter nagedachtenis aan de monniken en nonnen die protesteerden tegen het bewind van de toenmalige president Diem en zich in brand staken en stierven. Bij onze aankomst worden we al direct aangeklampt door enkele jongens en meisjes in een keurig paars hemdje. Na het beantwoorden van de eerste vraag “Where you from?” vertellen ze ons dat ze weeskinderen zijn en door de monniken in de pagode worden opgevoed. Zoals nergens in Vietnam moet je voor het bezoeken van een pagode een toegang betalen maar hier vragen de kinderen een kleine donatie voor het weeshuis. Ze blijven aan ons plakken maar vertellen tegelijkertijd in redelijk Engels wat weetjes over het Boeddhisme en de pagode. Mijn sympathie voor hen slaat al snel om wanneer ze me allemaal “healty boeddha” beginnen noemen, verwijzend naar mijn iets te dikke buik. Net voor ze ons meesleuren naar het grote witte beeld van de boeddha proberen ze er ons op te leggen. Zonder dat ik er erg in had, houden ze Ann aan de praat achter een hoekje en proberen ze mij te overtuigen om een pakje postkaarten te kopen als steun voor het weeshuis. Voor 10 kaarten vragen ze mij 200.000 VND of zo’n 7 euro, een belachelijk hoog bedrag voor dit land. Omdat ze toch hun best hadden gedaan, wilde ik hen wel iets geven maar was ik niet bereid om zover te gaan. Het werd dus een partijtje onderhandelen over de juiste prijs. Plots merkte ik dat Ann niet meer bij me was en toen ik haar riep, bleken ze ook haar dezelfde kaarten te willen verkopen. Toen ik de anderen aangaf dat ik al kaarten had gekocht, bleek het plots om een andere school te gaan en vonden ze dat ze ook recht hadden op steun. Ze hadden ons immers de hele tijd begeleid. Bikkelhard weigerde ik elke bijkomende aankoop met het argument dat ze wat ze aan mij hadden verdiend maar onder elkaar moesten verdelen. Gefrustreerd riepen ze ons bij ons vertrek “wish you no lucky today” na.

Vervolgens bracht onze chauffeur ons naar ons hotel dat op een steenworp van het strand is verwijderd. Tijd voor een verfrissing en tegen vanavond nog een leuk restaurantje zoeken. Morgen staat bijna de hele dag een bootexcursie naar het vissersdorpje Lan Chai op het programma. Volgens de chauffeur zal er ook gelegenheid zijn om te zwemmen en te snorkelen maar zijn Engels is zo gebrekkig dat ik er bijna niets van versta en hem nog veel minder geloof want als hij iets niet begrijpt antwoordt hij toch steevast met “Yes!”.

Sommige lezers zullen misschien gemerkt hebben dat ik sinds gisteren de mogelijkheid om te reageren en commentaar te schrijven heb aangezet. Ik zal het eens uitproberen en zolang ik niet te veel rommel en spam binnenkrijg het ook laten opstaan. Tenslotte wil ik ook nog kwijt dat het fotoboek in Google webalbums (zie link bovenaan rechts) ook dagelijks wordt aangevuld met nieuwe foto's. Nog een prettige werkdag voor jullie allen, hier is de dag al goed gevorderd.

zondag 29 november 2009

21 daagse rondreis in Vietnam - Dag 7bis


Deze middag een kleine stadsrondrit gemaakt in Pham Thiet met als eerste stop de tempel van Ban Thuy Tu. Voor 5.000 VND of 20 eurocent per persoon mag je er het eeuwenoude skelet van een 22m lange walvis en de tempel bewonderen. Deze gereconstrueerde karkas wordt hier vereerd omdat de vissers geloven dat walvissen hen op zee beschermen.


Vervolgens doorgereden naar het centrum met een bezoek aan de plaatselijke markt. Net zoals in Ho Chi Minh City een krioelen van smalle gangetjes met kleine standjes waar de talrijke verkopers je hun waren aanprijzen. Groente, vis, vlees, kledij, cosmetica... Alles kun je er vinden, je waant je echt in een supermarkt met die uitzonderingen dat het telkens aparte winkeltjes zijn en dat de gangen veel smaller zijn.


Na de markt doorgereden naar de beroemde Cham torens, overblijfselen van tempels van de Cham dynastie uit de 9de eeuw. Er was eens een tijd dat deze groep heel het zuiden van Vietnam overheerste maar in de 15de eeuw werden ze door de noordvietnamezen onder de voet gelopen en onderworpen. De Cham godsdienst inspireert zich op het boeddhisme en heeft op de dag van vandaag nog altijd volgelingen.

Rond 16 uur werden we terug keurig afgezet aan het hotel en dorstig als we waren gingen we in de buurt eerst op zoek naar een beetje verfrissing. Tijdens onze speurtocht naar vers water hebben we moeten weerstaan aan de vele massagesalons waar je voor een kleine 15 dollar een massage van een uur kon krijgen. Toch konden we (ik dus) niet weerstaan aan een bezoekje aan een winkel waar je voor een habbekrats zogenaamde merkkledij kon kopen. Zelfs Turkije exporteert naar hier want op de La Coste polo staat in grote letters “Made in Turkey”. Omdat ik voor de reis toch nog een paar polo’s nodig had, heb ik mij dan maar laten verleiden door een paar Timberlands, uiteraard in het volle besef dat dit wel degelijk namaakartikelen waren. Ze zullen wellicht niet lang meegaan maar ondertussen zal ik ze hier wel gedragen hebben.

Eergisteren hadden we al eens mogen proeven van de Vietnamese wijn. Nu konden we ook een paar flesjes op de kop tikken en dit voor de ronde prijs van 60.000 VND of 2 euro per fles. Kwestie van toch een souvenir mee naar huis te nemen.

Nu is het tijd om nog een beetje te relaxen vooraleer we straks uit gaan eten. Het hotel is hier naar Vietnamese normen peperduur en we hebben daarom besloten om uit te gaan eten. Aan de overkant van de straat is er vodoende keuze en dit voor bijna een derde van de prijs in het hotel.

Morgen zullen we om 8 uur vertrekken en eerst nog de vissershaven en de zandduinen bezichten vooraleer we doorrijden naar Nha Trang waar we ook 2 dagen zullen verblijven.

21 daagse rondreis in Vietnam - Dag 7

Deze morgen konden we lang uitslapen maar dit was natuurlijk niet aan mij besteed. Van bij zonsopgang (5.45 uur) was ik al klaarwakker en heb ik het maar een kwartiertje meer uitgehouden in bed. Via de iPhone naar het middernachtnieuws op Radio 1 geluisterd en vervolgens opgestaan en mij in alle stilte achter mijn PC geploft. Omdat ik op de PC in de kamer geen internetaansluiting had, mij dan maar beziggehouden met het spelen van domme spelletjes op de PC (met hoofdtelefoon aan om geen lawaai te maken).


Na een lekkere douche tegen 9 uur dan maar het resort gaan verkennen. Het is inderdaad moeilijk om je in te beelden dat je hier in Vietnam bent. Alles is hier super deluxe en als je op het strand komt, zie je links en rechts kitesurfers, windsurfers en jetskis rondvaren. Is dit het land waarvan ik dacht dat het nog zo leed onder het communisme? Het is nogmaals het bewijs van hoe snel dit land zich heeft aangepast aan onze markteconomie. In 1996 stond in deze buurt nog helemaal niets maar toen dit in dat jaar de ideale plek leek voor het aanschouwen van een totale zonsverduistering zagen bouwpromotoren wel brood in dit mooi stukje land. Vervolgens schoten de resorts hier als paddestoelen uit de grond en zoals met vele toeristencentra een hele sliert van lokale winkeltjes en restaurants errond. Ondanks de luxe van ons resort is dit toch niet echt mijn ding. Niet dat ik katholieker wil zijn dan de paus en niet wil toegeven dat ik niet van luxe kan genieten, integendeel. Alleen vind ik dit allemaal zo artificieel en te clean. Ik vraag me ook af of dit nu is wat de mensen echt willen. Wellicht is dit hier allemaal het gevolg van een concurrentiestrijd om altijd maar meer te moeten aanbieden maar waar moet het dan ook stoppen vraag ik mij af...

Na het uitgebreid ontbijt op het strand met uiteraard een subliem zicht op de baai heb ik mij toch aan iets nieuws gewaagd. Nou ja, nieuws is misschien veel gezegd. Ik had gemerkt dat er naast ons hotel een surfbasis was waar je surfplanken kon huren. Nu moet je wel weten dat ik al meer dan 25 jaar niet meer op een surfplank heb gestaan maar de nabijheid van de zee en de behoefte om op het water te zijn, oefenden zo’n aantrekkingskracht uit dat ik me niet kon bedwingen om toch maar eens een kijkje te gaan nemen. Als ik zeg dat ik al meer dan 25 jaar niet meer geplankzeild heb, betekent dit ook dat ik het materiaal al die tijd ook niet meer van dicht heb gezien. Ik kon mij niet inbeelden dat het materiaal in al die tijd dan ook geen evolutie had ondergaan.

Om niet al te amateuristisch over te komen, vroeg ik de man die mij aansprak meteen welke type boards er voor de verhuring voorzien waren. Blijkbaar had ik hier al een moeilijke vraag gesteld want hij moest er meteen iemand bijroepen om de vraag te kunnen beantwoorden. De Vietnamese dame wist wel van wanten en vertelde mij dat het om Naish boards ging. Om maar aan te tonen hoe lang ik al uit het surfmilieu ben: Robby Naish was in mijn tijd de te kloppen man in het surfen, verschillende keren wereldkampioen, professional en de ster van het merk Mistral. Nu blijkt hij al jaren het uithangbord te zijn van een merk dat zijn naam draagt. Hij moet nu toch ook al in de 50 zijn, schat ik.

Toen de dame op basis van haar antwoord in mijn ogen een beetje aarzeling zag, loste ze het elegant op met de vraag of ik de plank wilde bekijken. Oef, zo had ik toch weer een complete afgang vermeden. Ze stuurde me mee met een jonge gast naar een klein hutje waar inderdaad surfplanken en zeilen opgestapeld lagen. Het materiaal zag er modern uit met zeilen gaande van minder dan 4m² tot meer dan 6.5m². Ik zou nu natuurlijk de grootte moeten kiezen. De wind was ondertussen aangewakkerd tot een kleine 4 beaufort, dus koos ik maar voor de gouden middenweg, een zeil van 5.5m² in de hoop dat ik dat nog wel meester zou kunnen.


Velen vragen zich ondertussen al af waarom ze deze veel te lange onleiding moeten lezen. Het antwoord is simpel: over het surfen kan ik heel kort zijn. Ik heb geen 3 meter gesurft. Met de borst vooruit en vol vertrouwen duwde ik de plank het water in. Ik had nog gewacht op de wind want ’s morgens was er slechts zo’n 2 beaufort en in mijn ogen alleen voor krabbers. Met een goede 4 beaufort zou het wel lukken voor mij en zou ik tenminste een beetje vooruit gaan in plaats van rond te dobberen. Het begon al met de verkeerde boardkeuze: ik opteerde voor een 250 cm 115 liter board, iets waar je een waterstart mee moet maken (voor de niet plankzeilers onder de lezers: je kan er niet opstaan om je zeil op te trekken want er is onvoldoende volume en de plank zinkt). Op zich geen probleem voor mij, 25 jaar geleden deed ik niets anders maar daarmee is alles ook gezegd. Ik dacht dat het net als met de fiets was, iets dat je gewoon niet verleert. Gedeeltelijk is dit ook waar maar er zijn enkele randfactoren die deze stelling een beetje ondergraven. Eerst en vooral was de trapeze die ik had gekregen veel te klein waardoor ik net een corset aanhad en met moeite nog kon ademen. Vervolgens bleek de plank voor mijn gewicht een beetje te klein. Een geoefende surfer zou er geen problemen mee hebben gehad maar na 25 jaar bleek dit wel een beetje te optimistisch. Tenslotte had ik ook de golven onderschat: er stond een redelijk zware branding waardoor mijn board en zeil telkens werden weggeslagen. Allemaal veel uitleg om te vertellen dat ik gewoon niet weg geraakte en telkens enkele tientallen meter verder aan het strand aanspoelde. Tevens werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt dat mijn conditie er erg aan toe is en dat daar dringend iets moet aan gebeuren.


Enfin, na verschillende pogingen, zelfs met een iets groter board, moest ik volledig uitgeput en 24 USD lichter de strijd staken en lijdzaam de spot van enkele strandtoeristen ondergaan. Wat een afgang... Toch niet getreurd, zo had ik tenminste een verhaaltje om over te schrijven en hopelijk genieten jullie er ook een beetje van. Ik blijf echter vastberaden en wil bij een latere gelegenheid (als die er komt) nog zeker eens een nieuwe poging wagen.

Na een douche en een korte recuperatiepauze mij vervolgens klaargemaakt voor de namiddaguitstap want onze gids zou ons om 14u komen oppikken voor een stadsrondrit en bezoek aan de zandduinen maar hierover meer in een volgend stukje.

zaterdag 28 november 2009

21 daagse rondreis in Vietnam - Dag 6

Deze morgen om 5.30 uur opgestaan want onze gids zou ons al om 7 uur opwachten aan de receptie voor een bezoek aan de drijvende markt van Cai Rang. Hij had ons gisteren een restaurantje aanbevolen waar ook slang op het menu stond en natuurlijk was zijn eerste vraag of we ook slang hadden gegeten. Gelukkig was Ann dapper genoeg geweest om een hele slangenmenu te bestellen. Ik wou wel eens proeven maar wou het risico niet lopen een heel gerecht te moeten opeten dat ik niet echt zou lusten. Ann heeft zich dan natuurlijk opgeofferd. Haar menu bestond uit gefrituurde voorjaarsrolletjes met slang, gevolgd door een stoofpotje van slangenfilet in een currysaus met champignons. Ikzelf heb verse inktvis vanuit de Mekong delta gegeten.

Velen zullen zich nu misschien afvragen hoe slang smaakt. Wel, ondanks het feit dat ik geen slang heb besteld, heb ik dank zij Ann toch kunnen proeven. Naar mijn oordeel smaakt het het meest naar varkensvlees maar je moet er wel een beetje op kauwen, een beetje het gevoel van inktvis. Zoals met de meeste van die exotische gerechten is de saus die er bij wordt geserveerd de belangrijkste smaakbrenger en dit was ook hier het geval. De lekkere currysaus met paddestoelen maakte van dit slangenvlees een heel lekker gerecht.

Voor het eerst zagen we ook Vietnamese wijn op de kaart staan. Als fervente wijnliefhebbers wilden we dit toch eens proberen, ondanks het feit dat onze gids ons al had verteld dat die niet zo bijzonder was. Om de risico’s toch enigszins te beperken, hebben we ons dan maar aan 1 glas gehouden om te proeven: Ann rood en ik wit. Tja, wat moeten we hier van zeggen. Uiteraard is dit geen hoogstaande wijn maar helemaal slecht zou ik hem nu ook niet noemen. Het blijft wel een eenvoudig wijntje en de smaak van de witte gaat eerder naar een Duitse of Oostenrijkse witte wijn. Voor de rode ben ik er nog niet helemaal uit, een beetje fruitig maar zeker niet bitter. Kortom eenvoudig maar drinkbaar en te beschouwen als een tafelwijntje.

Genoeg gezegd over gisterenavond, terug naar vandaag. Enkele dagen geleden keek ik nog verschrikt op bij het zien van warme gerechten aan het ontbijtbuffet. Nu eet ik ’s morgens vroeg al vlot rijst en noedels. Het is verbazend hoe snel je je aanpast aan de gewoontes van een land...


Om 7 uur stipt vertrokken met een bootje naar de drijvende markt. Opnieuw was er een grote boot voor ons alleen gereserveerd. Enerzijds voel je je dan de koning te rijk maar het doet je toch even nadenken over de verspilling van middelen. Door het vroegere uur was er duidelijk meer drukte dan de markt van gisteren maar eenmaal je zo’n drijvende markt hebt gezien, heb je ze wel allemaal gezien. Veel spektakel is er nu ook niet te beleven. Zij die denken dat ze grote discussies zullen zien tussen kopers en verkopers omtrent de prijs zullen bedrogen uitkomen.

Na onze anderhalf urende boottocht werden we keurig afgezet aan de andere kant van de rivier waar onze chauffeur ons met auto en baggage opwachtte. Nu restte ons nog een 8 uur durende tocht via Ho Chi Minh City naar onze eindbestemming van de dag: het Blue Ocean Beach Resort Hotel in Phan Thiet. Om te bekomen van de lange reis staat er morgenochtend immers niets op het programma en zal deze worden doorgebracht aan het zwembad of op het strand. In de namiddag is er dan weer een stadsrondrit voorzien en een bezoek aan de zandduinen.

vrijdag 27 november 2009

21 daagse rondreis in Vietnam - Dag 5

Vandaag stond een bezoek aan de Mekong Delta op het programma. Om 8 uur werden we keurig opgehaald in ons hotel. Tegelijkertijd werden we aan onze Engelstalige gids, die ons voor de komende 2 dagen zou begeleiden, voorgesteld. Tot nu toe hadden we het alleen met een chauffeur moeten stellen die heel gebrekkig Engels sprak. Voldoende om een paar simpele vragen te beantwoorden maar niet genoeg voor een conversatie. Grappig was dat hij dan ook iedere vraag steevast beantwoordde met “yes!”. Ik moest dan ook regelmatig terugdenken aan scènes uit Fawlty Towers waar de alomgekende ober Manuel hetzelfde antwoordde aan Basil Fawlty (gespeeld door John Cleese).

Na een tocht van 1.45 uur een tussenstop gehouden voor een plas- en koffiepauze. Al snel bleek dit een verplichte tussenstop te zijn voor alle toeristen die vanuit Ho Chi Minh City naar de Mekong Delta afreizen. Nodeloos te vertellen dat deze stop dan ook extreem toeristisch was en vooral dient om nog wat extra geld uit de zakken van de toeristen te halen. Uiteraard ben je nooit tot iets verplicht en ik moet toegeven dat het er ook hypermodern en heel proper was.


Na nog eens 45 minuten rijden aangekomen in Cai Be waar we onmiddellijk mochten overstappen op een bootje dat alleen voor ons was gereserveerd. Van daaruit bezochten we een klein artisanaal rijstnoedelfabriekje waar ze eveneens snoepgoed op basis van kokosnoten maakten. We zagen hoe ze met een basisproduct als rijst lekkere dingen konden maken en opnieuw werden we erop attent gemaakt dat alle onderdelen van de rijst gerecycleerd werden. Na het bakken van de rijst in warm zand wordt eerst het zand opnieuw van de rijst gescheiden door een zeef en vervolgens de gepofte rijst gescheiden van hun omhulsel door een 2de zeef. Dit omhulsel wordt vervolgens gerecupereerd als brandstof voor de oven en tenslotte wordt de asse van de oven gebruikt als meststof op het land. Ja, de groenen zouden hier alleen maar lof kunnen uitbrengen.


Vervolgens met de boot opnieuw koers gezet naar een eilandje en onderweg langs de drijvende markt gepasseerd. Markant is dat de handelaars het product dat ze aanbieden op een bamboestok steken en deze bovenaan hun boot plaatsen. Zo kun je al van ver zien wat ze verkopen.


De mooie tocht langs de kanaaltjes van het eiland bracht ons uiteindelijk bij een plaatselijk restaurantje dat lokale pecialiteiten aanbood. We kregen er een mooie olifantenoorvis te eten en we werden er ingewijd in het maken van verse lenterolletjes met rijstpapier. Om duimen en vingers van af te likken. Telkens we dachten dat het eten voorbij was, bleven maar nieuwe gerechten naar onze tafel aangevoerd worden. Reuzengarnalen, groentensoep, varkensstoverij... enfin teveel om op te noemen. Als dessert vervolgens ook nog lekker fruit gekregen. Samen met enkele drankjes gegeten voor 245.000 VND, minder dan 10 euro dus. Ze zouden zo meer van die restaurantjes in België moeten hebben. Als afsluiter hebben ze voor ons nog hun python slang uit het hok gehaald en mochten we nog eens poseren met dat beest rond onze hals. Deze viel nog mee want hij woog maar 20 kilo. Om hem klein te houden, kreeg hij maar 1 eend te eten per maand. Een normale slang eet er zo eentje om de 2 dagen...

Langs de mangrove opnieuw doorgevaren naar onze volgende stop: een fruitboomkwekerij. Fier tonen ze ons hun manier om fruitbomen te enten op andere bomen en zo sneller tot vruchten te komen. We maken er eveneens kennis met lokale vruchten waarvan ik mij de naam nu niet meer herinner. Tijdens het nuttigen van het fruit aan tafel vertelt onze gids dat hij in België adoptieouders heeft, namelijk in Antwerpen. Als 17 jarige is hij indertijd naar Thailand gevlucht en via de organisatie “Enfants du Mekong” heeft hij zo adoptieouders gevonden in België. Het is een soort Foster Parents plan waarbij de adoptieouders het kind financieel steunen maar niet over laten komen naar België. Fier toont hij ons het adreskaartje van zijn adoptievader die directeur was van Ziegler in Antwerpen. Jammergenoeg is de man al overleden maar onze gids bewaart het kaartje als een relekwie in zijn portefeuille. Onmiddellijk hebben we ook heel wat conversatie over het leven in België. Hij hoopt er ooit eens naartoe te kunnen gaan maar fier zoals hij is, stelt hij dat hij dat volledig met eigen middelen wil doen en niet op kosten van zijn adoptieouders. Het toont nogmaals aan hoe fier dit volk op zichzelf is en dat indertijd zelfs het beste leger hen nooit zou hebben kleingekregen.

Na onze fruitstop brengt ons bootje ons naar Vinh Long waar onze chauffeur ons al in een lekker gekoelde wagen staat op te wachten. Hier moeten we opnieuw een 45 minuten rijden tot aan de ferry maar dit bleek iets te optimistisch ingeschat. Er is namelijk een lange file voor de ferry en voor het eerst zie ik wat zenuwachtigheid in het gedrag van onze chauffeur. Zeker wanneer een andere wagen de file helemaal voorbijrijdt en zich net voor onze wagen nog in de rij wil wringen, wordt het even spannend. De wagens zijn milimeters van elkaar verwijderd maar onze chauffeur bindt niet in en de indringer moet ten einde raad achter ons gaan inschuiven.


Uiteindelijk blijkt het wachten toch nog mee te vallen en na een goed half uurtje kunnen we de ferryboot oprijden. In de verte zien we de constructie van een nieuwe brug die vanaf volgend jaar de ferry zal vervangen. De totale lengte van de nieuwe brug zal 17 km zijn en is voor de Vietnamezen een toonbeeld van hoe het land erop vooruitgaat. De brug, die door de Japanners wordt gebouwd, had normaal al vorig jaar moeten opgeleverd worden maar de economische crisis met de daarbij horende de stijgende brandstofprijzen en een werkongeval met 54 doden hebben voor de nodige vertraging gezorgd. De ferry brengt ons naar Can Tho, een stad van 300.000 inwoners en volgens onze gids daarmee 1 van de 5 “first class cities” van het land. We checken in in het Golf Cantho hotel, een 4 sterren hotel dat erg mooi lijkt maar toch de sfeer uitstraalt van het communistisch tijdperk. Na nog een tochtje door de stad maken en vervolgens gaan eten. Morgenvroeg moeten we al om 7 uur vertrekken om met een bootje naar de drijvende markt te gaan kijken.

donderdag 26 november 2009

21 daagse rondreis in Vietnam - Dag 4

Vandaag reden we met de wagen naar de provincie Tay Ninh, zo'n 60 km ten noorwestenwesten van Ho Chi Minh City. Eerste stop op het programma waren de wereldberoemde Cu Chi tunnels, een 200 km lang onderaards tunnelnetwerk dat de Vietcong indertijd gebruikten als commandocentrum en uitvalsbasis. Ondanks het feit dat de Amerikanen alle middelen inzetten om de Vietnamezen eruit te krijgen (zware bommen, volspuiten met water, tunnelratten...), slaagden ze er nooit in het hele netwerk op te doeken. Fier wordt hier verteld hoe de tunnels in 3 niveau's voorzien waren van alle noodzakelijke elementen zoals keukens, hospitalen, slaapvertrekken, watervoorziening maar ook boobytraps om het binnendringen van de vijand te ontmoedigen.


Vooraleer we een stukje van de echte tunnels mochten bezoeken, moesten we eerst kijken naar een 15 minuten durend oud filmpje in zwart/wit waar de helden van de oorlog de hemel werden ingeprezen. Hoe meer Amerikanen iemand had gedood, des te meer achting viel hem of haar te beurt want ja, ook vrouwen hebben hier actief meegewerkt aan het verdrijven van de Amerikanen. Na het filmpje werd ons uitgelegd hoe de mensen in de tunnels leefden en hoe ze zich met enkel hun handen konden verdedigen tegen die slechte Amerikanen met al hun militair materiaal. Wellicht moeten er onder de Vietcong heel wat groene jongens hebben gezeten want toen al waren ze actief bezig met recyclage. Enfin, het is maar hoe je het bekijkt want hiermee bedoelen ze dan dat de niet ontplofte Amerikaanse bommen werden gerecupereerd en ontmijnd, meestal op gevaar van eigen leven. Het buskruit werd gebruikt om landmijnen te maken en het ijzer van de bommen werd omgesmeed tot spiezen voor de zo gevreesde boobytraps. Fier tonen ze dan ook hoe hun eenvoudige wapens heel wat Amerikaanse soldaten doodden en verwondden. Moet het nog gezegd worden dat hun tunnels natuurlijk vol zaten met vrouwen, kinderen en oude mensen. Hoe schandelijk toch dat die Amerikanen het precies op hen hadden gemunt.

Om zich te beschermen tegen hun eigen vallen droegen de Vietcong soldaten sandalen met dikke rubberen zolen. Dat zorgde er tenminste voor dat de scherpe bamboestokken niet door hun voet konden snijden. Het valt op hoe ze de oorlog beschouwen als een overwinning op Amerika en ze vooral de Amerikaanse wreedheden dik in de verf zetten maar hun eigen guerilla technieken als een normale manier van oorlogsvoeren beschouwen.


Vervolgens de tunnels in en ja, voor ons toeristen hebben ze die natuurlijk een beetje groter gemaakt, zowel in de hoogte als in de breedte. De wanden in klei voelen ondertussen aan als cement. Een vernuftig systeem van luchtgaten zorgt voor een goede ventilatie maar ik zou de claustrofoben onder jullie toch niet aanraden te bezoeken. Met enkel een klein zaklampje van de gids vooraan is het in die tunnels vrij donker. Uiteraard lieten wij ons niet doen en besloten we een tweede stukje tunnel door te gaan. Het is te zeggen kruipen want deze was wel in originele grootte gebleven. Als snel bleek dat ik met mijn brede schouders een beetje te breed was voor dit soort bouwwerkjes. In tijden van oorlog zou ik zeker voor de nodige opstoppingen hebben gezorgd...

Voor zij die het wensten, was er eveneens de mogelijkheid om de in de oorlog gebruikte wapens eens zelf uit te proberen. Je kon er kiezen uit een hele reeks wapens gaande van de AK-47 (de beruchte Kalsjnikov) over de Amerikaanse M-16 tot zelfs een M-30. Voor ongeveer 1 euro per patroon, kon je je naar hartelust botvieren op de schietstand. De gids begreep niet goed waarom ik dit aan mij voorbij liet gaan. Tot slot werden fier nog de resten van een Amerikaanse tank getoond die daar op een landmijn had gereden en vervolgens massaal door de Vietcong werd aangevallen. Voor hen is het duidelijk een trofee, niemand praat over de Amerikaanse slachtoffers in dit geval.


Na de tunnels vervolgens doorgereden naar de Cao Dai tempels om er net op tijd te zijn voor de middagceremonie. In oktober 1926 vestigde zich Ngo Van Chieu met 300 volgelingen in de buurt van Tay Ninh om er een nieuwe sekte op te richten, Cao Dai (betekent "Hoog Paleis"). Deze man dacht wellicht het ei van Colombus heruitgevonden te hebben want zijn religie is een mengvorm van boeddhisme, confucianisme, taoïsme, christendom, moslim en nog vele andere religies. Het beste van alles dus met andere woorden. De Cao Dai geloven dat God in 3 openbaringen aan de mens verscheen. Mozes was getuige van de eerste, Christus, Sakyamuni en Mohammed van de tweede en Cao Dai van de derde. Zo zie je maar, voor elk wat wils. Misschien is dit wel de oplossing voor de wereldvrede mocht deze godsdienst eens kunnen doorbreken...

Na een lichte lunch vervolgens terug naar Saigon voor een meer dan 2 uur durende tocht met de wagen. Langs de baan mooie zichten van onmetelijk grote rijstvelden en rubberplantages. Bijna ieder huis dat je passeert, ook in de verste uithoeken, is wel een winkeltje voor een of ander product. Vietnamezen zijn echte handelaars maar je vraagt je tegelijkertijd af wie al die producten nu wel koopt...


Voor ik naar Vietnam kwam, had ik zo een beeld van een land dat door het communistisch regime ergens in de jaren 70 was blijven stilstaan. Niets is echter minder waar. Ondanks het feit dat de communisten nog altijd aan de macht zijn, werd de centraal geleide economie eind de jaren tachtig hervormd naar een markteconomie naar Westers model. Het kapitalisme heeft hier dus zijn intrede gedaan en hoe kan het ook anders gezorgd voor welvaart en groei van het land. De economie draait hier op volle toeren en waar ik dacht om hier oude auto's en brommers te zien, rijdt iedereen hier bijna met splinternieuwe wagens of brommers rond. Iedereen heeft één of meerdere GSM's en allen beschikken ze over de laatste technologie als het gaat over tv's, laptops of dergelijke. Toch even een randbemerking: buiten de prestigieuze merken als Mercedes, Audi, BMW, Bentley en Porsche heb ik hier nog geen andere Europese wagens gezien. Toyota, Kia, Hyundai en SangYong zijn hier daarentegen wijd verbreid. Wat je wel voelt, is dat de samenleving moeite heeft om dit allemaal te volgen. Tegen een recordtempo worden moderne kantoorgebouwen en appartementen opgetrokken maar blijkbaar is er geen geld voor deftige wegen of zelfs een veilig elektriciteitsnetwerk. De vele elektriciteitspalen met een wirwar van elektriciteitskabels maken dan ook een vast deel uit van het straatbeeld. Naast het rijgedrag van de Vietnamezen heb ik ook hier mijn bedenkingen omtrent de veiligheid...

Om nog even bij het rijgedrag te blijven stilstaan het volgende. De bromfiets is hier zoals eerder al gezegd bijna heer en meester in het verkeer. De auto's moeten zich echt een weg banen door het verkeer en hiervoor bedienen ze zich met groot enthousiasme van de claxon. Op de auto van onze chauffeur is de plaats waar zijn duimen het stuur raken voor het bedienen van de claxon al duidelijk afgesleten. Waar ik telkens van versteld sta, is dat niemand meer opkijkt van de claxon of zelfs als een wagen op enkele centimeters van een brommer rijdt. Ze worden bijna van de weg geduwd en toch gaan ze maar langzaam opzij. Het valt op dat niemand zich hierover kwaad maakt. Noch de toeterende chauffeur die vindt dat het niet snel genoeg gaat, noch de man of vrouw die zich aangesproken voelt en plaats moet maken. Alles gebeurt rustig alsof dit de normaalste zaak van de wereld is.


Toch zijn er ook positieve punten aan hun "verkeersgeleidingsstelsel": vele verkeerslichten zijn voorzien van een display die digitaal per seconde aftelt wanneer het licht van kleur zal veranderen. Zo weet je perfect wanneer het rood zal worden en bij groen hoef je ook niet te treuzelen. Dit mogen ze gerust bij ons ook installeren. Het verkeer zou er heel wat vlotter op worden.


Om nog even terug te komen op het thema bromfietsen. Deze worden ook voor alles gebruikt en voor velen is het hun enige vervoersmiddel. Soms zitten ze er wel met 4 op: vader, moeder en 2 kinderen. Je kan je niet voorstellen wat ze er allemaal mee vervoeren. Ik ben enkele van de markantste beelden aan het verzamelen en in het fotoboek komt er zeker een speciale sectie hiervoor. Alvast een voorsmaakje met de foto hiernaast.

Het is hier ondertussen 17.15 uur in de namiddag en het zal stilaan donker worden. We zullen er nog vlug van profiteren om een uitstapje in het stadscentrum te maken en nadien iets te gaan eten. Morgen vertrekken we om 8 uur richting Mekong delta, de zogenoemde rijstschuur van Azië. Veel zal ik nog niet verklappen want dan heb ik de volgende keer niets meer te vertellen.

Tot slot nog dit, voor zij die het nog niet zouden hebben gemerkt, heb ik rechts bovenaan ook een link gemaakt naar ons fotoboek in Picasa. Zo kunnen jullie toch een beetje meegenieten van de beelden die wij te zien krijgen. Sommigen van jullie vinden het jammer dat er op de blog niet kan worden gereageerd maar ik heb dit afgezet om spam te vermijden. Commentaren zijn altijd welkom op mijn alomgekend mailadres.

woensdag 25 november 2009

21 daagse rondreis in Vietnam - Dag 3

Deze morgen kennis gemaakt met het Vietnamees ontbijt. Naast het brood en de eitjes, kun je hier ook een volledige warme maaltijd eten. Mij trekt het niet zo aan maar blijkbaar kunnen de autochtonen hiervan wel genieten. Vervolgens stipt om 9 uur afgehaald door onze chauffeur die ons de hele dag zou begeleiden. We zijn gestart met een bezoek aan het vroegere presidentieel paleis, het Paleis van de Onafhankelijkheid. Na de machtsovername door de communisten werd het gebouw toepasselijk omgedoopt tot het Paleis van de Hereniging. Dit gebouw werd in 1966 in gebruik genomen als officiële residentie van de toenmalige Zuid-vietnamese president (zijn voorganger had het laten bouwen maar hij werd vermoord voor het gebouw af was) maar het wordt nog altijd gebruikt bij ontvangst van buitenlandse delegaties (zelfs Prins Filip was mij hier al voor) en officiële plechtigheden.

De architectuur van het gebouw is werkelijk prachtig en toen het werd gebouwd zijn tijd ver vooruit. Het is interessant om te zien hoe de president leefde want hij verbleef hier ook met zijn hele familie. Het gebouw omvat dus niet alleen officiële kamers maar ook de leefruimtes. Uiteraard mochten ook de ontspanningsruimtes niet ontbreken met een grote cinemazaal, een mini casino en ja, zelfs een discotheek op de bovenste verdieping.

Onder het gebouw de bunkers in 2 verdiepingen (letterlijk!) van waaruit de militairen hun manschappen konden aansturen en tevens ook de slaapvertrekken van de president en zijn familie (in geval van nood). Het valt wel op hoe de Vietnamezen hun geschiedenis vertellen vanuit hun standpunt en de zaken ook zo bekijken. Nodeloos te zeggen dat deze een beetje verschilt van wat wij gewoon zijn.


Na het paleis de bijna obligate stop aan het Oorlogsmuseum waar je bij de binnenkomst al onmiddellijk geconfronteerd wordt met op de Amerikanen buitgemaakt oorlogs-materiaal, gaande van enkele vliegtuigen en helicopters tot tanks en andere rupsvoertuigen. In het museum een overdaad aan foto's die vooral de wreedheden van de Amerikanen moeten aantonen. Tevens zien zij hun oorlog als heel belangrijk. Constant worden vergelijkingen gemaakt met de Tweede Wereldoorlog die volgens hen bijlange niet zo belangrijk was. Zo duurde die volgens hen maar 3 jaar en 8 maanden terwijl de oorlog in Vietnam toch wel 17 jaar en 3 maanden duurde. Vervolgens worden er nog analyses gemaakt van het aantal tonnen bommen die er werden gegooid, het aantal slachtoffers, het aantal ingezette militairen en je zal onmiddellijk inzien dat de Vietnamese oorlog veel belangrijker was dan W.O. II. Het is maar hoe je het bekijkt.


Vervolgens doorgereden een artisanaal lakwerkfabriekje. Die mooie Chinese of moet ik zeggen Vietnamese lak wordt gemaakt van eendeëierschalen en parelmoer. Het is wel mooi om naar te kijken maar ikzelf ben niet zo zot van die Oosterse taferelen. Daarna naar Chinatown met een bezoek aan de mooie Thien Hau Pagode.


Na weeral een ritje door een wirwar van straten tussen brommers en andere auto's zette onze chauffeur ons af aan de Binh Tay markt, een overdekte markt waar je bijna alles kunt kopen. Onmiddellijk vallen de smalle gangetjes op waar je je moet door wringen om vooruit te geraken. De gangen staan vol met dozen en de uitbaters van de kraampjes eten dan nog eens op de grond voor hun winkeltje. Als het hier zou branden, komen er niet te veel levend uit. Onderweg worden we voortdurend aangeklampt door lieftallige dames die je hun waren willen slijten. Aanklampen moet je hier ook letterlijk nemen want ze deinzen er niet voor terug om je arm vast te nemen en je bijna naar hun standje mee te sleuren. Dit zijn wij Westerlingen niet gewoon. Toch blijven ze heel vriendelijk en dringen ze niet echt aan. De markt is immens groot en soms moet je even goed nadenken om je te kunnen oriënteren. Gelukkig zijn er vele zones waar zo ongeveer dezelfde producten worden verkocht. Hier stel ik mij toch vragen: alle winkeltjes in een bepaalde zone verkopen nagenoeg dezelfde producten. De concurrentie moet dus bikkelhard zijn, veel zullen ze er niet aan verdienen. Op het gelijkvloers ook een afdeling met lederwaren. Voor een prikje koop je hier een (namaak) Louis Vuiton, Prada of ander soort handtas of portefeuille. Ook hier weer hetzelfde principe: de geafficheerde prijs is nooit de prijs die je mag betalen, integendeel. Het valt mij ook op dat de meeste standjes worden uitgebaat door dames (jong en oud) en dat ze ook altijd bezig zijn. Als er geen klanten zijn, zie je hen voordurend schrijven in hun notaboekje of zijn ze zaken aan het inpakken of uitpakken.


Na de markt naar het Postgebouw gegaan dat naast de Notre Dame kathedraal ligt. Ondertussen is het beginnen regenen maar heel erg is dat niet. Buiten is het immers 28 graden en dus voelt het zeker niet koud aan. Grappig is wel dat al die motorrijders binnen de 5 minuten rondrijden met hun poncho op hun bromfiets. Ze hebben blijkbaar alles bij de hand en ze zullen zeker niet nat worden.

Rond 15 uur zijn we terug afgezet in ons hotel. We worden om 18.45 uur terug opgehaald voor het welkomstdiner en morgen moeten we er vroeg uit. Om 7.30 uur worden we al opgehaald om naar de Tay Ninh provincie te reizen. Rond de middag moeten we daar een ceremonie meemaken aan de beroemde Cao Dai tempels en in de namiddag brengen we een bezoek aan de Cu Chi tunnels, een ondergronds tunnelnetwerk van de Vietcong.

dinsdag 24 november 2009

Beste van Vietnam - 21 daagse rondreis van Zuid naar Noord - Dag 1 & 2

Deze keer gaat de reis naar Vietnam waar we met Fox Reizen een 21 daagse individuele rondreis van Ho Chi Minh City (Saigon) naar Hanoi hebben geboekt. Op 23 november was het vroeg opstaan om 4 uur 's morgens want we hadden onze vlucht vanuit Amsterdam om 13.05 uur. Eerst de Thalys naar Brussel en vervolgens in rechte lijn naar Schiphol. Voor een keer waren we mooi op tijd maar toen we aan de gate kwamen, bleek ons vliegtuig met een technisch probleem te kampen en konden we slechts 2 uur later vertrekken. Op zich niet zo erg ware het niet dat we geen rechtstreekse vlucht hadden. Onze reis naar Saigon verliep via Hong Kong en daar hadden we anderhalf uur later al een aansluiting. Dit konden we dus wel vergeten...

De vlucht naar Hong Kong met Cathay Pacific Airlines in een mooie en supermoderne 747-400 verliep naar behoren en bij aankomst in Hong Kong werden we al direct door het grondteam verwelkomd met nieuwe ticketten voor een latere vlucht (vertrek om 16.30 ipv 9.00 uur) en een voucher voor een hotelkamer en een uitgebreide lunch in een luxehotel vlak naast de luchthaven. Op die manier konden we ons tenminste een beetje verfrissen en de uitgestelde slaap een beetje inhalen. Een douche, een goede scheerbeurt en enkele uren slapen maakten van mij weer een andere man.

Van Hong Kong is het naar Ho Chi Minh City slechtts 2u30 vliegen en dat maakte deze reis niet zo lastig. Meer nog, we keerden ook weer een uurtje terug in de tijd. Nu is het verschil met België 6 uur. Aangekomen in Saigon bleek onze chauffeur ons gelukkig nog op te wachten.



Ondertussen was het al goed donker en het ritje van de luchthaven naar het hotel in het centrum duurde zo'n 45 minuten. Ondertussen konden we ervaren hoe het er hier aan toe gaat in het verkeer. Ik wist dat er in Azië veel brommertjes rondrijden maar het is pas als je er zelf tussen rijdt dat je het echt beseft. Ik raad dan ook niemand aan om hier zelf het stuur te gaan nemen want je houdt het geen kwartier vol zonder ongelukken. Het meest gebruikte instrument is hier wel de claxon en niemand stoort zich echt aan de verkeersregels. Assertief rijden noemen ze dit hier maar net zoals in de jungle geldt ook hier de wet van de sterktste. Auto schuiven voortdurend van links naar rechts op de baan en storen zich er niet aan wie er op dat moment op het baanvak rijdt. Je moet maar uit de kant gaan en als het niet snel genoeg gebeurt, wordt gretig gebruik gemaakt van de claxon. Hou er dan ook nog rekening mee dat al die brommertjes overal tussen vliegen en dat je ook nog eens voetgangers in het midden van de weg ziet stilstaan. Kortom, het is ook niet te verwonderen dat het aantal verkeersslachtoffers per 1000 inwoners hier vier keer hoger ligt dan bij ons.

Ons hotelletje is een klein maar deftig gebouwtje. Een heel kleine gevel van misschien maar 5 meter maar wel 8 etages. Het is er in elk geval wel proper en voorzien van alle comfort. Na installatie in onze kamer nog een kleine avondwandeling gemaakt in de stad. Het is ongelofelijk hoe hier alles bruist van leven. Zelfs om 9 uur 's avonds zijn ze hier nog bezig met werken en het bouwen van nieuwe grote en moderne kantoorgebouwen. Een zien wat het morgen bij klaarlichte dag zal geven...

Tenslotte nog een hart onder de riem voor zij die dromen om ooit eens multimiljonair te kunnen worden: hier kan het. In het hotel hebben we onze eerste Vietnamese Dongs aangekocht. Voor 50 euro kregen we 1,4 miljoen (!!!) Vietnamese Dong. Zo gaat het natuurlijk ook snel maar je voelt je er wel rijk mee, tenminste tot op het moment dat je ze moet beginnen uitgeven (een blikje bier in een winkel kost hier wel 8.000 VND)... Bijkomend probleem: je moet altijd pakken geld op zak hebben en dat past niet altijd goed in je portefeuille.

Voilà, dit is het voor vandaag. Het is hier ondertussen 23 uur en ik moet nog heel wat slaap inhalen. Morgen komen ze ons om 9 uur 's morgens ophalen voor een stadsbezoek.