Deze morgen kennis gemaakt met het Vietnamees ontbijt. Naast het brood en de eitjes, kun je hier ook een volledige warme maaltijd eten. Mij trekt het niet zo aan maar blijkbaar kunnen de autochtonen hiervan wel genieten. Vervolgens stipt om 9 uur afgehaald door onze chauffeur die ons de hele dag zou begeleiden. We zijn gestart met een bezoek aan het vroegere presidentieel paleis, het Paleis van de Onafhankelijkheid. Na de machtsovername door de communisten werd het gebouw toepasselijk omgedoopt tot het Paleis van de Hereniging. Dit gebouw werd in 1966 in gebruik genomen als officiële residentie van de toenmalige Zuid-vietnamese president (zijn voorganger had het laten bouwen maar hij werd vermoord voor het gebouw af was) maar het wordt nog altijd gebruikt bij ontvangst van buitenlandse delegaties (zelfs Prins Filip was mij hier al voor) en officiële plechtigheden.
De architectuur van het gebouw is werkelijk prachtig en toen het werd gebouwd zijn tijd ver vooruit. Het is interessant om te zien hoe de president leefde want hij verbleef hier ook met zijn hele familie. Het gebouw omvat dus niet alleen officiële kamers maar ook de leefruimtes. Uiteraard mochten ook de ontspanningsruimtes niet ontbreken met een grote cinemazaal, een mini casino en ja, zelfs een discotheek op de bovenste verdieping.
Onder het gebouw de bunkers in 2 verdiepingen (letterlijk!) van waaruit de militairen hun manschappen konden aansturen en tevens ook de slaapvertrekken van de president en zijn familie (in geval van nood). Het valt wel op hoe de Vietnamezen hun geschiedenis vertellen vanuit hun standpunt en de zaken ook zo bekijken. Nodeloos te zeggen dat deze een beetje verschilt van wat wij gewoon zijn.
Na het paleis de bijna obligate stop aan het Oorlogsmuseum waar je bij de binnenkomst al onmiddellijk geconfronteerd wordt met op de Amerikanen buitgemaakt oorlogs-materiaal, gaande van enkele vliegtuigen en helicopters tot tanks en andere rupsvoertuigen. In het museum een overdaad aan foto's die vooral de wreedheden van de Amerikanen moeten aantonen. Tevens zien zij hun oorlog als heel belangrijk. Constant worden vergelijkingen gemaakt met de Tweede Wereldoorlog die volgens hen bijlange niet zo belangrijk was. Zo duurde die volgens hen maar 3 jaar en 8 maanden terwijl de oorlog in Vietnam toch wel 17 jaar en 3 maanden duurde. Vervolgens worden er nog analyses gemaakt van het aantal tonnen bommen die er werden gegooid, het aantal slachtoffers, het aantal ingezette militairen en je zal onmiddellijk inzien dat de Vietnamese oorlog veel belangrijker was dan W.O. II. Het is maar hoe je het bekijkt.
Vervolgens doorgereden een artisanaal lakwerkfabriekje. Die mooie Chinese of moet ik zeggen Vietnamese lak wordt gemaakt van eendeëierschalen en parelmoer. Het is wel mooi om naar te kijken maar ikzelf ben niet zo zot van die Oosterse taferelen. Daarna naar Chinatown met een bezoek aan de mooie Thien Hau Pagode.
Na weeral een ritje door een wirwar van straten tussen brommers en andere auto's zette onze chauffeur ons af aan de Binh Tay markt, een overdekte markt waar je bijna alles kunt kopen. Onmiddellijk vallen de smalle gangetjes op waar je je moet door wringen om vooruit te geraken. De gangen staan vol met dozen en de uitbaters van de kraampjes eten dan nog eens op de grond voor hun winkeltje. Als het hier zou branden, komen er niet te veel levend uit. Onderweg worden we voortdurend aangeklampt door lieftallige dames die je hun waren willen slijten. Aanklampen moet je hier ook letterlijk nemen want ze deinzen er niet voor terug om je arm vast te nemen en je bijna naar hun standje mee te sleuren. Dit zijn wij Westerlingen niet gewoon. Toch blijven ze heel vriendelijk en dringen ze niet echt aan. De markt is immens groot en soms moet je even goed nadenken om je te kunnen oriënteren. Gelukkig zijn er vele zones waar zo ongeveer dezelfde producten worden verkocht. Hier stel ik mij toch vragen: alle winkeltjes in een bepaalde zone verkopen nagenoeg dezelfde producten. De concurrentie moet dus bikkelhard zijn, veel zullen ze er niet aan verdienen. Op het gelijkvloers ook een afdeling met lederwaren. Voor een prikje koop je hier een (namaak) Louis Vuiton, Prada of ander soort handtas of portefeuille. Ook hier weer hetzelfde principe: de geafficheerde prijs is nooit de prijs die je mag betalen, integendeel. Het valt mij ook op dat de meeste standjes worden uitgebaat door dames (jong en oud) en dat ze ook altijd bezig zijn. Als er geen klanten zijn, zie je hen voordurend schrijven in hun notaboekje of zijn ze zaken aan het inpakken of uitpakken.
Na de markt naar het Postgebouw gegaan dat naast de Notre Dame kathedraal ligt. Ondertussen is het beginnen regenen maar heel erg is dat niet. Buiten is het immers 28 graden en dus voelt het zeker niet koud aan. Grappig is wel dat al die motorrijders binnen de 5 minuten rondrijden met hun poncho op hun bromfiets. Ze hebben blijkbaar alles bij de hand en ze zullen zeker niet nat worden.
Rond 15 uur zijn we terug afgezet in ons hotel. We worden om 18.45 uur terug opgehaald voor het welkomstdiner en morgen moeten we er vroeg uit. Om 7.30 uur worden we al opgehaald om naar de Tay Ninh provincie te reizen. Rond de middag moeten we daar een ceremonie meemaken aan de beroemde Cao Dai tempels en in de namiddag brengen we een bezoek aan de Cu Chi tunnels, een ondergronds tunnelnetwerk van de Vietcong.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten