donderdag 26 november 2009

21 daagse rondreis in Vietnam - Dag 4

Vandaag reden we met de wagen naar de provincie Tay Ninh, zo'n 60 km ten noorwestenwesten van Ho Chi Minh City. Eerste stop op het programma waren de wereldberoemde Cu Chi tunnels, een 200 km lang onderaards tunnelnetwerk dat de Vietcong indertijd gebruikten als commandocentrum en uitvalsbasis. Ondanks het feit dat de Amerikanen alle middelen inzetten om de Vietnamezen eruit te krijgen (zware bommen, volspuiten met water, tunnelratten...), slaagden ze er nooit in het hele netwerk op te doeken. Fier wordt hier verteld hoe de tunnels in 3 niveau's voorzien waren van alle noodzakelijke elementen zoals keukens, hospitalen, slaapvertrekken, watervoorziening maar ook boobytraps om het binnendringen van de vijand te ontmoedigen.


Vooraleer we een stukje van de echte tunnels mochten bezoeken, moesten we eerst kijken naar een 15 minuten durend oud filmpje in zwart/wit waar de helden van de oorlog de hemel werden ingeprezen. Hoe meer Amerikanen iemand had gedood, des te meer achting viel hem of haar te beurt want ja, ook vrouwen hebben hier actief meegewerkt aan het verdrijven van de Amerikanen. Na het filmpje werd ons uitgelegd hoe de mensen in de tunnels leefden en hoe ze zich met enkel hun handen konden verdedigen tegen die slechte Amerikanen met al hun militair materiaal. Wellicht moeten er onder de Vietcong heel wat groene jongens hebben gezeten want toen al waren ze actief bezig met recyclage. Enfin, het is maar hoe je het bekijkt want hiermee bedoelen ze dan dat de niet ontplofte Amerikaanse bommen werden gerecupereerd en ontmijnd, meestal op gevaar van eigen leven. Het buskruit werd gebruikt om landmijnen te maken en het ijzer van de bommen werd omgesmeed tot spiezen voor de zo gevreesde boobytraps. Fier tonen ze dan ook hoe hun eenvoudige wapens heel wat Amerikaanse soldaten doodden en verwondden. Moet het nog gezegd worden dat hun tunnels natuurlijk vol zaten met vrouwen, kinderen en oude mensen. Hoe schandelijk toch dat die Amerikanen het precies op hen hadden gemunt.

Om zich te beschermen tegen hun eigen vallen droegen de Vietcong soldaten sandalen met dikke rubberen zolen. Dat zorgde er tenminste voor dat de scherpe bamboestokken niet door hun voet konden snijden. Het valt op hoe ze de oorlog beschouwen als een overwinning op Amerika en ze vooral de Amerikaanse wreedheden dik in de verf zetten maar hun eigen guerilla technieken als een normale manier van oorlogsvoeren beschouwen.


Vervolgens de tunnels in en ja, voor ons toeristen hebben ze die natuurlijk een beetje groter gemaakt, zowel in de hoogte als in de breedte. De wanden in klei voelen ondertussen aan als cement. Een vernuftig systeem van luchtgaten zorgt voor een goede ventilatie maar ik zou de claustrofoben onder jullie toch niet aanraden te bezoeken. Met enkel een klein zaklampje van de gids vooraan is het in die tunnels vrij donker. Uiteraard lieten wij ons niet doen en besloten we een tweede stukje tunnel door te gaan. Het is te zeggen kruipen want deze was wel in originele grootte gebleven. Als snel bleek dat ik met mijn brede schouders een beetje te breed was voor dit soort bouwwerkjes. In tijden van oorlog zou ik zeker voor de nodige opstoppingen hebben gezorgd...

Voor zij die het wensten, was er eveneens de mogelijkheid om de in de oorlog gebruikte wapens eens zelf uit te proberen. Je kon er kiezen uit een hele reeks wapens gaande van de AK-47 (de beruchte Kalsjnikov) over de Amerikaanse M-16 tot zelfs een M-30. Voor ongeveer 1 euro per patroon, kon je je naar hartelust botvieren op de schietstand. De gids begreep niet goed waarom ik dit aan mij voorbij liet gaan. Tot slot werden fier nog de resten van een Amerikaanse tank getoond die daar op een landmijn had gereden en vervolgens massaal door de Vietcong werd aangevallen. Voor hen is het duidelijk een trofee, niemand praat over de Amerikaanse slachtoffers in dit geval.


Na de tunnels vervolgens doorgereden naar de Cao Dai tempels om er net op tijd te zijn voor de middagceremonie. In oktober 1926 vestigde zich Ngo Van Chieu met 300 volgelingen in de buurt van Tay Ninh om er een nieuwe sekte op te richten, Cao Dai (betekent "Hoog Paleis"). Deze man dacht wellicht het ei van Colombus heruitgevonden te hebben want zijn religie is een mengvorm van boeddhisme, confucianisme, taoïsme, christendom, moslim en nog vele andere religies. Het beste van alles dus met andere woorden. De Cao Dai geloven dat God in 3 openbaringen aan de mens verscheen. Mozes was getuige van de eerste, Christus, Sakyamuni en Mohammed van de tweede en Cao Dai van de derde. Zo zie je maar, voor elk wat wils. Misschien is dit wel de oplossing voor de wereldvrede mocht deze godsdienst eens kunnen doorbreken...

Na een lichte lunch vervolgens terug naar Saigon voor een meer dan 2 uur durende tocht met de wagen. Langs de baan mooie zichten van onmetelijk grote rijstvelden en rubberplantages. Bijna ieder huis dat je passeert, ook in de verste uithoeken, is wel een winkeltje voor een of ander product. Vietnamezen zijn echte handelaars maar je vraagt je tegelijkertijd af wie al die producten nu wel koopt...


Voor ik naar Vietnam kwam, had ik zo een beeld van een land dat door het communistisch regime ergens in de jaren 70 was blijven stilstaan. Niets is echter minder waar. Ondanks het feit dat de communisten nog altijd aan de macht zijn, werd de centraal geleide economie eind de jaren tachtig hervormd naar een markteconomie naar Westers model. Het kapitalisme heeft hier dus zijn intrede gedaan en hoe kan het ook anders gezorgd voor welvaart en groei van het land. De economie draait hier op volle toeren en waar ik dacht om hier oude auto's en brommers te zien, rijdt iedereen hier bijna met splinternieuwe wagens of brommers rond. Iedereen heeft één of meerdere GSM's en allen beschikken ze over de laatste technologie als het gaat over tv's, laptops of dergelijke. Toch even een randbemerking: buiten de prestigieuze merken als Mercedes, Audi, BMW, Bentley en Porsche heb ik hier nog geen andere Europese wagens gezien. Toyota, Kia, Hyundai en SangYong zijn hier daarentegen wijd verbreid. Wat je wel voelt, is dat de samenleving moeite heeft om dit allemaal te volgen. Tegen een recordtempo worden moderne kantoorgebouwen en appartementen opgetrokken maar blijkbaar is er geen geld voor deftige wegen of zelfs een veilig elektriciteitsnetwerk. De vele elektriciteitspalen met een wirwar van elektriciteitskabels maken dan ook een vast deel uit van het straatbeeld. Naast het rijgedrag van de Vietnamezen heb ik ook hier mijn bedenkingen omtrent de veiligheid...

Om nog even bij het rijgedrag te blijven stilstaan het volgende. De bromfiets is hier zoals eerder al gezegd bijna heer en meester in het verkeer. De auto's moeten zich echt een weg banen door het verkeer en hiervoor bedienen ze zich met groot enthousiasme van de claxon. Op de auto van onze chauffeur is de plaats waar zijn duimen het stuur raken voor het bedienen van de claxon al duidelijk afgesleten. Waar ik telkens van versteld sta, is dat niemand meer opkijkt van de claxon of zelfs als een wagen op enkele centimeters van een brommer rijdt. Ze worden bijna van de weg geduwd en toch gaan ze maar langzaam opzij. Het valt op dat niemand zich hierover kwaad maakt. Noch de toeterende chauffeur die vindt dat het niet snel genoeg gaat, noch de man of vrouw die zich aangesproken voelt en plaats moet maken. Alles gebeurt rustig alsof dit de normaalste zaak van de wereld is.


Toch zijn er ook positieve punten aan hun "verkeersgeleidingsstelsel": vele verkeerslichten zijn voorzien van een display die digitaal per seconde aftelt wanneer het licht van kleur zal veranderen. Zo weet je perfect wanneer het rood zal worden en bij groen hoef je ook niet te treuzelen. Dit mogen ze gerust bij ons ook installeren. Het verkeer zou er heel wat vlotter op worden.


Om nog even terug te komen op het thema bromfietsen. Deze worden ook voor alles gebruikt en voor velen is het hun enige vervoersmiddel. Soms zitten ze er wel met 4 op: vader, moeder en 2 kinderen. Je kan je niet voorstellen wat ze er allemaal mee vervoeren. Ik ben enkele van de markantste beelden aan het verzamelen en in het fotoboek komt er zeker een speciale sectie hiervoor. Alvast een voorsmaakje met de foto hiernaast.

Het is hier ondertussen 17.15 uur in de namiddag en het zal stilaan donker worden. We zullen er nog vlug van profiteren om een uitstapje in het stadscentrum te maken en nadien iets te gaan eten. Morgen vertrekken we om 8 uur richting Mekong delta, de zogenoemde rijstschuur van Azië. Veel zal ik nog niet verklappen want dan heb ik de volgende keer niets meer te vertellen.

Tot slot nog dit, voor zij die het nog niet zouden hebben gemerkt, heb ik rechts bovenaan ook een link gemaakt naar ons fotoboek in Picasa. Zo kunnen jullie toch een beetje meegenieten van de beelden die wij te zien krijgen. Sommigen van jullie vinden het jammer dat er op de blog niet kan worden gereageerd maar ik heb dit afgezet om spam te vermijden. Commentaren zijn altijd welkom op mijn alomgekend mailadres.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten