donderdag 3 december 2009

21 daagse rondreis in Vietnam - Dag 11

Vandaag hebben we weer een rit van 300 km voor de boeg, minstens 6 uur rijden dus. Het regent hard als we vertrekken om 8 uur en het voorspelt niet veel goeds voor de rest van de dag. De putten van de barslechte wegen zijn ondertussen omgevormd tot kleine verraderlijke poelen en het gebrek aan een goed afwateringssysteem zorgt voor grote plassen op het wegdek waar zowel voetgangers, fietsers, bromfietsers als voertuigen door moeten.

Het is zoals eerder al gezegd heel slecht gesteld met de Vietnamese weginfrastructuur. De enige “grote” baan die noord en zuid verbindt, Highway 1, is niet groter dan een bescheiden gewestweg van bij ons en ligt er lamentabel bij. Er zijn natuurlijk een aantal redenen waarom dit zo is: zo spoelen de Moessonregens ieder jaar grote delen van het land en ook de wegen telkens weg en is het met de huidige klimatologische omstandigheden niet evident om een weg goed te onderhouden. De grootste boosdoener is wellicht het wegvervoer zelf dat zich totaal niet stoort aan gewichtsbeperkingen. De vele vrachtwagens die langs deze zo belangrijke verkeersader zorgen voor de aanvoer van goederen zijn meestal zwaar overbeladen en rijden zo het wegdek helemaal kapot.

Toch is dit niet echt een geldend excuus. Als je kijkt naar de manier waarop ze de weg herstellen, is het meestal lap- en tapwerk. Gewoon een nieuwe laag over de oude zonder de kern van het probleem, de fundamenten, aan te pakken. Tevens zie ik ook geen enkele vooruitziendheid in het vernieuwen van de infrastructuur. Als dan nieuwe bruggen worden gebouwd of wegen worden vernieuwd, zijn ze alvast niet berekend op het huidige verkeer, laat staan de toekomstige verkeersstromen met veel meer auto’s in plaats van bromfietsen. Ook de spoorlijn is van dermate slecht niveau dat treinen er maar aan 50 km/u kunnen over rijden. Ook dat zorgt voor het nodige efficiĆ«ntieverlies.

Het is jammer want wellicht is het gebrek aan een degelijke infrastructuur (zowel van wegen als elektriciteit) de voornaamste hinderpaal om dit land helemaal op het niveau van de 21ste eeuw te tillen. De tijd die hier verloren wordt met vervoer zou voor vele andere zaken kunnen gebruikt worden. Je ziet wel dat de overheid inspanningen levert maar de resultaten zullen slechts op langere termijn zichtbaar worden.

Onderweg opnieuw een verkeersslachtoffer. Deze keer een hond die zonder kijken onder onze auto loopt. Ik hoor het gekraak van beenderen en zie achter ons de hond al jankend en mankend een paar toertjes maken om vervolgens neer te vallen. Onze chauffeur reageert zelfs niet en rijdt rustig door. Ik vraag me af of hij het wel gezien heeft want hij was op dat moment zo druk bezig om de weg te zoeken dat hij er niet van opkijkt.


Rond de middag zijn we aangekomen in het dorpje My Son voor wat wellicht het meest aangrijpende moment van onze vakantie is geworden. Hier in het gehucht My Lai hebben Amerikaanse soldaten van de Bravo Company op 4 uur tijd exact 504 Vietnamezen op beestachtige wijze vermoord. Bij onze aankomst krijgen we eerst een documentaire van een half uur te zien die naar mijn oordeel een redelijk neutraal verslag geeft van wat er werkelijk is gebeurd. Onze gids toont ons de gereconstrueerde huisjes van toen en de plaatsen waar honderden burgers, meestal vrouwen, kinderen en bejaarden, werden afgeslacht. De kogelinslagen in de enige palmboom die het bloedbad heeft overleefd, zijn stille getuigen van deze wrede en onmenselijke actie. Het verhaal wordt nog aangrijpender als we in het herdenkingsmonument de vele foto’s van de vermoorde mensen zien. Ja, het is begrijpelijk dat de lokale bevolking dit de Amerikanen ook nooit zal vergeven. Niet toevallig merkt onze gids op dat hier ook niet veel Amerikanen en AustraliĆ«rs langskomen.


Het verhaal wordt alleen maar schrijnender als we te weten komen dat het Amerikaans leger dit incident indertijd in de doofpot heeft willen steken en het pas een jaar na de feiten boven water is gekomen. Om alle sporen uit te wissen, hebben ze het dorpje dan nog maar een 2de keer gebombardeerd en met buldozers alles weggegraven. Onder grote internationale druk is het uiteindelijk toch tot een proces gekomen maar de enigste veroordeelde in de zaak, teamleider en 2de luitenant William Calley, kreeg na zijn levenslange veroordeling onmiddellijk gratie van president Nixon. Zo zie je maar hoe Amerikanen naar de wereld kijken. De man in kwestie is enkele jaren later toch nog veroordeeld door een internationaal tribunaal maar heeft uiteindelijk maar 3 jaar vastgezeten en leeft vandaag de dag nog. Onze gids vertelt ons dat hij vorig jaar, exact 40 jaar na de feiten, vanuit Amerika publiekelijk zijn excuses heeft aangeboden. Voor onze gids veel te laat en niet vanop de juiste plek. Neen, dit vergeven zullen ze hem nooit en eigenlijk kan ik ze hier geen ongelijk voor geven.

Na My Lai doorgereden naar onze eindbestemming van de dag: Hoi Ann, een 17de eeuwse handelshaven met nog middeleeuwse gebouwen en ondertussen uitgeroepen tot Unesco Werelderfgoed. We hebben er morgen de ganse dag vrij om de stad te verkennen en wie weet wel een kostuum op maat te laten maken want dit is hier het kledingcentrum van Vietnam.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten