zondag 6 december 2009

21 daagse rondreis in Vietnam - Dag 14


Vandaag stond een bezoek aan Hué en omstreken op het programma. Na 3 dagen van bijna onophoudelijke regen was de zon eindelijk weer van de partij toen onze chauffeur ons om 8 uur stipt aan het hotel afhaalde. We werden afgezet aan een haventje waar we met een bootje de Parfum rivier afvoeren richting Thien Mu Pagode, thuisbasis van de monnik Thich Quang Duc die zich in 1963 in Saigon in brand stak als protest tegen het regime van Diem. Van daaruit vervolgens doorgereden naar de Keizerlijke Stad en de Citadel, sinds 1993 ook op de lijst van Unesco Werelderfgoed. In 1802 versloeg Nguyen Anh de Tai Son rebellen en kroonde zich daarop tot eerste keizer van een dynastie die tot 1945 zou standhouden. De ommuurde citadel heeft een omtrek van 10 km en werd van 1802 tot 1833 gebouwd in opdracht van de keizer die er zijn intrek in nam. De vele mooie tempels, huizen en paleizen staan in schril contrast met de manier waarop de rest van de bevolking toen moest en zelfs nog nu moet leven. Toch hebben ook deze gebouwen de tand des tijd moeilijk doorstaan, deels door verwaarlozing, deels door waterschade maar ook doordat de Vietcong zich hier ten tijde van het Tet-offensief in 1968 hadden verschanst en het de Amerikanen 25 dagen kostte om dit terrein te heroveren. De Amerikaanse bombardementen verwoestten een groot deel van de Keizerlijke Stad en van de Verboden Paarse Stad (het gedeelte waar enkelede Keizerlijke familie mocht komen) blijft niets meer over. Toch hebben de Vietnamezen ondertussen ingezien dat toerisme een grote bron van inkomsten is en is men volop bezig met de restauratie van dit mooie gebouwencomplex. Ik vermoed dat binnen een 5-10 jaar de Keizerlijke Stad opnieuw zijn pracht en praal van weleer zal kunnen uitstralen. Ondertussen moeten wij het stellen met een aantal gebouwen die al min of meer gerestaureerd zijn.


Eerder in deze blog had ik het al over My Lai en wat de Amerikanen daar hebben aangericht. Wel, Hué is zo’n beetje het My Lai voor de Vietnamezen want de communisten hebben hier indertijd bij hun bezetting een ware slachtpartij aangericht onder de burgerbevolking. Boeddhisten, ambtenaren, intellectuelen en iedereen die ook maar een beetje banden met Zuid-Vietnam had, werd doodgeslagen, doodgeschoten of levend begraven. Vreemd is dat toen de massagraven aan het licht kwamen de Westerse wereld nooit heeft gereageerd. Op dat moment stond het bloedbad van My Lai volop in de belangstelling en blijkbaar was een scherpe veroordeling van de communisten niet aan de orde. Ook in Vietnam wordt dit zware feit nauwelijks vermeld. In het oorlogsmuseum in Saigon wordt enkel uitgebreid ingegaan op de gruwelen van het Amerikaanse leger. Het is blijkbaar moeilijk om zichzelf ook in vraag te stellen...


Na ons bezoek aan de Keizerlijke Stad ging de tocht vervolgens verder richting keizerlijke graftombes. Deze kun je eigenlijk vergelijken met kleine paleizen en liggen een eind buiten de stand bijna midden in het oerwoud. Eerst bezochten we de graftombe van Keizer Khai Dingh, gebouwd tussen 1920 en 1930 en de stijl een mengsel van Europese en Aziatische cultuur. Het is ook de laatste keizer die in een tombe werd begraven. Ofschoon het paleis/mausoleum met zijn vele trappen indrukwekkend is, komen de scherven glas en porcelein die werden ingewerkt in de beton toch een beetje over als kitsch. Het mausoleum van Keizer Tu Duc, de langstzittende keizer van de Nguyendynastie, is daarentegen veel soberder en beter afgewerkt. Dit is ook gemakkelijk te verklaren: de man had 104 vrouwen en nog verschillende concubines maar bleef toch kinderloos. Hij verlegde zijn aandacht dan maar naar zijn mausoleum en spaarde kosten nog moeite om het te laten bouwen. Meer dan 3.000 arbeiders werden ingezet om het paleis te bouwen in het midden van de 19de eeuw. Dit gebeurde in heel moeilijke omstandigheden en de arbeiders kwamen regelmatig in opstand. Telkens werd het protest hard en bloedig neergeslagen. Het meest schrijnende is dat de Keizer er nooit werd begraven. Uit schrik voor plunderingen liet de keizer zich op een geheime plaats begraven en werden alle medewerkers aan de begrafenis na de ceremonie onthoofd. Tegen de middag werden we opnieuw afgezet aan ons hotel en zo kunnen we nog een beetje van de zon genieten. Morgen staat er weer een lange tocht van 250 km naar Dong Hoi op het programma maar daarover meer in een volgende bijdrage.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten