woensdag 9 december 2009

21 daagse rondreis in Vietnam - Dag 17


Vandaag stond weer een lange rit van 300 km op het programma met onderweg in Ninh Binh een stop voor een 2 uur durende boottocht door de rijstvelden en bezoek aan de grotten van Tam Coc. Deze tussenstop is jammergenoeg letterlijk in het water gevallen want bij onze aankomst aan de vertrekplaats voor de sampan regende het pijpenstelen. Aangezien de bootjes geen enkele bescherming boden tegen de regen, hebben we dan maar beslist om direct naar Hanoi door te rijden.

Terwijl we de vele bromfietsen voorbijrijden, merk ik op dat in Vietnam vele mensen rondrijden en rondlopen met een mondmasker die meestal kun hele gezicht bedekt. Oorspronkelijk dacht ik dat het een soort typische Aziatische gewoonte was om zich te beschermen tegen de vervuiling en het stof op de wegen en ook een beetje als bescherming tegen ziektes (hier spreekt men nog altijd over de vogelgriep). Via onze gids heb ik geleerd dat deze wel tot de redenen behoren maar dat de voornaamste reden (vooral bij de dames toch) wel de bescherming is tegen het zonlicht. Waar wij als westerlingen een bruin kleurtje mooier vinden, doen ze er hier in Aziƫ alles aan om zo wit mogelijk te zijn. In de schoonheidsinstituten kunnen je hier zelfs witter makende behandelingen ondergaan. Wit staat hier symbool voor aantrekkelijker dan geel of bruin. Zo zie je maar dat schoonheidsidealen kunnen verschillen van cultuur tot cultuur.

Ondertussen denk ik na bijna 3 weken ontdekt te hebben hoe het verkeerssysteem in elkaar zit. Waar bij ons iedereen die zich op een rijbaan wil begeven goed uitkijkt naar wie en wat er af komt, is dit hier helemaal anders. Hier gaat men er blijkbaar altijd van uit dat de achterliggers een beter zicht hebben op de situatie en dus zelf verantwoordelijk zijn om op tijd te anticiperen en rem- of uitwijkmanoeuvers uit te voeren. Zo komt het dat hier zo goed als niemand omkijkt als ze een baan oprijden, een weg inslaan of zelfs stoppen. De achterliggers moeten het maar gezien hebben en op tijd actie genomen hebben. Ondanks luid geclaxoneer wordt er hier ook niet opgekeken en wat ook vreemd is: ondanks het vele getoeter, de blokkerende bromfietsen of vrachtwagens op de weg, heb ik hier nog niemand kwaad gezien achter het stuur. Verkeersaggressie is hier blijkbaar iets wat nog moet worden uitgevonden. Aan de toename van het autoverkeer te zien, denk ik dat dit ook niet lang meer zal duren.

Zo’n 50 km voor Hanoi voor het eerst op een “echte” autostrade gereden met 2 vakken en een middenberm. Je mag er op het linkervak zowaar 100 km/u rijden in plaats van de normale 80. Nu is dit ook wel de maximum snelheid die ik zou aanbevelen want meer zou door de slechte staat van het wegdek ronduit gevaarlijk zijn. Aan de rand van Hanoi merk ik grote infrastructuurwerken op: grote wegen, bruggen en viaducten worden met man en macht gebouwd. Ik vraag me af of het wel zinvol is om alle inspanningen op de hoofdstad te concentreren terwijl de zo belangrijke noord-zuid as bijna volledig aan zijn lot wordt overgelaten.

Rond 14 uur checken we in in ons hotel in het oude stadsgedeelte. We hebben de rest van de namiddag vrij en morgen staat een hele dag bezoek aan Hanoi op het programma.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten