De zware storm op zee zorgde voor een onrustige nacht. Telkens ging er wel iemand naar buiten kijken om na te gaan of het anker van de boot niet losgeslagen was. Het gehuil van de wind en het slingeren van de boot zorgden voor een slapeloze nacht voor allen.
Na het ontbijt zijn we dan ook maar zo snel mogelijk doorgevaren richting Tortola, onze eindbestemming. De wind was opnieuw aangetrokken naar 25 tot 30 knopen. We beslisten de overtocht die zo’n 5 mijl was op motor te doen. Het werd een tochtje van een goed uur en tegen 12 uur lagen we aangemeerd in de haven van Road Town, Tortola.
In de namiddag het stadje bezocht dat op maat van cruiseship toeristen is gemaakt: winkels met dure juwelen, parfums en horloges. Vervolgens enkele shops met zogezegd artisanaal gemaakte voorwerpen, een winkel met Caribische specerijen… Allemaal veel te duur en eigenlijk ook zonder echte waarde. Het bezoekje was dan ook maar van korte duur.
De rest van de namiddag vervolgens doorgebracht aan de bar en op het schip. We beseften allemaal dat dit onze laatste nacht op de Caraïben zou zijn en niettegenstaande we allemaal terug verlangen om naar huis te gaan, maakte het ons toch een beetje droef.
Toch even een balans opmaken van deze reis: Op zeilgebied is het hier wel een paradijs. Alle eilanden liggen zo dicht bij elkaar dat je op zicht van het ene naar het andere kan zeilen. Ieder eilandje heeft wel een aantal unieke troeven die het de moeite maken om er aan te leggen. De stranden, de baaien zijn allemaal paradijselijk mooi zoals in de films.
Het weer is er fantastisch met iedere dag een oost tot noordoosten wind, normaal tussen de 13 en 15 knopen (4 beaufort) wat eigenlijk ideaal zeilweer is. Voor de niet al te gevorderde zeiler zijn er voldoende faciliteiten om in een haven aan te leggen of je ’s nachts vast te leggen aan een boei. Ook daar zijn er niet te veel risico’s.
Het eten is hier niet speciaal en heel duur. Ook boodschappen doen kost verschrikkelijk veel geld want alles is hier geïmporteerd. Hou dus rekening met een aanzienlijk budget voor deze post. Eigenlijk moet je voldoende budget voorzien voor de rest ook want voor het overnachten in een jachthaven ben je al snel 80 tot 90 dollar kwijt, aanmeren aan een boei kost tussen de 15 en 25 dollar.
De hele economie draait hier op de toeristen, vooral van cruiseschepen in de grotere havens en van de zeilers in de kleinere. Voor alles wat je hier wil doen, moet je geld uit je zakken halen. Meestal zijn ze hier wel heel vriendelijk en behulpzaam.
Na het ontbijt zijn we dan ook maar zo snel mogelijk doorgevaren richting Tortola, onze eindbestemming. De wind was opnieuw aangetrokken naar 25 tot 30 knopen. We beslisten de overtocht die zo’n 5 mijl was op motor te doen. Het werd een tochtje van een goed uur en tegen 12 uur lagen we aangemeerd in de haven van Road Town, Tortola.
In de namiddag het stadje bezocht dat op maat van cruiseship toeristen is gemaakt: winkels met dure juwelen, parfums en horloges. Vervolgens enkele shops met zogezegd artisanaal gemaakte voorwerpen, een winkel met Caribische specerijen… Allemaal veel te duur en eigenlijk ook zonder echte waarde. Het bezoekje was dan ook maar van korte duur.
De rest van de namiddag vervolgens doorgebracht aan de bar en op het schip. We beseften allemaal dat dit onze laatste nacht op de Caraïben zou zijn en niettegenstaande we allemaal terug verlangen om naar huis te gaan, maakte het ons toch een beetje droef.
Toch even een balans opmaken van deze reis: Op zeilgebied is het hier wel een paradijs. Alle eilanden liggen zo dicht bij elkaar dat je op zicht van het ene naar het andere kan zeilen. Ieder eilandje heeft wel een aantal unieke troeven die het de moeite maken om er aan te leggen. De stranden, de baaien zijn allemaal paradijselijk mooi zoals in de films.
Het weer is er fantastisch met iedere dag een oost tot noordoosten wind, normaal tussen de 13 en 15 knopen (4 beaufort) wat eigenlijk ideaal zeilweer is. Voor de niet al te gevorderde zeiler zijn er voldoende faciliteiten om in een haven aan te leggen of je ’s nachts vast te leggen aan een boei. Ook daar zijn er niet te veel risico’s.
Het eten is hier niet speciaal en heel duur. Ook boodschappen doen kost verschrikkelijk veel geld want alles is hier geïmporteerd. Hou dus rekening met een aanzienlijk budget voor deze post. Eigenlijk moet je voldoende budget voorzien voor de rest ook want voor het overnachten in een jachthaven ben je al snel 80 tot 90 dollar kwijt, aanmeren aan een boei kost tussen de 15 en 25 dollar.
De hele economie draait hier op de toeristen, vooral van cruiseschepen in de grotere havens en van de zeilers in de kleinere. Voor alles wat je hier wil doen, moet je geld uit je zakken halen. Meestal zijn ze hier wel heel vriendelijk en behulpzaam.
Ik ben blij dit alles eens meegemaakt te hebben en raad het alle zeilliefhebbers aan om zeker eens te doen. Wie weet, kom ik hier ooit wel nog eens terug. Maar nu ben ik al plannen aan het maken voor onze volgende reis naar Saint-Barth in november van dit jaar. De plaatselijke zeilclub heeft het MExT Sailing Team uitgenodigd op één van hun kampioenschappen. Bart wil met het hele team present zijn. We zien wel wat het wordt…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten